Blog
Versnellen, of beter gezegd: niet langer vertragen…?
- 10 juli 2020
- Posted by: manon
- Category: Geen categorie
In Nederland begin je op vierjarige leeftijd aan je basisschoolcarrière die normaal gesproken acht jaar duurt. Soms heb je wat meer tijd nodig, dan doe je een jaartje extra. Soms ga je zo snel, dan doe je er een jaar korter over. Vroeger heette dat een klas overslaan, tegenwoordig spreekt men dan over ‘versnellen’.
Wat staat centraal in het onderwijs?
Het standaard programma is binnen het Nederlandse onderwijssysteem nog steeds leidend. Afgestemd op de fictieve gemiddelde leerling (zie hierover mijn eerder blog Weg met het gemiddelde: ongelijkheid als ideaal in het onderwijs), waardoor het niet goed aansluit op veel leerlingen. Gelukkig spreekt de huidige onderwijswet al over de aansluiting op de ontwikkelbehoefte van leerlingen en moeten scholen inzichtelijk maken hoe zij zicht op de ontwikkeling van de leerlingen vormgeven. Langzaam maar zeker komt de leerling steeds centraler te staan en het programma steeds minder. Maar wanneer het te erg knelt, leerling en programma echt niet meer op elkaar aansluiten, is het noodzaak dit proces niet af te wachten, maar actie te ondernemen.
Niet langer
vertragen
Voor leerlingen aan de
bovenkant, hoogbegaafde leerlingen, gaat het dan om het eerdergenoemde
versnellen. Eigenlijk een onjuiste woordkeuze, dat doen deze leerlingen niet,
ze gaan gewoon door met waar ze aan toe zijn. Om dit duidelijk te maken zou ik
het liever ‘niet langer vertragen’ noemen, want dat is wat er echt gebeurt.
Afwijken neemt verantwoordelijkheid met zich mee
Over versnellen wordt vaak al heel ingewikkeld gedaan. Ineens wordt de leerling onder een vergrootglas gelegd. Men lijkt enorm bang te zijn met dit instrument te spelen. Volgens mij komt dit voort uit angst. Door actief af te wijken van de standaard, maak je jezelf als school/leerkracht/ouders ineens verantwoordelijk voor het resultaat van deze keuze. Terwijl je normaal gesproken gewoon meegaat in het standaard programma van de school en eventuele missers op het systeem kunt afschuiven. Deze verantwoordelijkheid maakt dat wanneer het versnellen niet goed uitpakt, het ineens een persoonlijke misser is. Dit is iets waarvoor in onze maatschappij weinig begrip is. Zeker wanneer je afwijkt van de standaard omdat je denkt ‘dat je kind zo slim is’. In onze cultuur is ‘doe maar gewoon dan doe je gek genoeg’ nog altijd een deugd. Terwijl ik denk dat het weloverwogen en vol vertrouwen actie ondernemen wanneer dat nodig is, altijd beter is dan niets doen.
Juridisch nalaten
Dit doet mij denken aan het juridische nalaten. Kort gezegd betekent dit dat als je nalaat iemand te helpen die in ogenblikkelijk levensgevaar is, zoals bij verdrinking, je strafbaar bent. Ook al heb je verder geen rol gespeeld bij de verdrinking. Op school is er natuurlijk geen sprake van ogenblikkelijk levensgevaar, maar de gedachten erachter zijn goed bruikbaar. Als je een kind ziet spartelen, ongelukkig of onuitstaanbaar worden van verveling en leerhonger, is het dan ook nalatig om te weinig of niks te doen? Ben je dan ook niet schuldig als het kind op school -om in de metafoor te blijven- verzuipt?
Emotionele ontwikkeling
Wanneer het gesprek over versnellen wordt gevoerd, komt altijd het sociaal-emotionele aspect naar voren. Eigenlijk zijn dit twee zaken: het kind ten opzichte van de ander (sociaal) en het kind ten opzichte van zichzelf (emoties). Wanneer versnellen besproken wordt is het natuurlijk goed dat aan deze componenten aandacht wordt besteed. Helaas wordt met name de emotieregulatie van kleuters verkeerd beoordeeld en wordt ouder gedrag aangemerkt als jonger gedrag. Een voorbeeld: een hoogbegaafde kleuter kent alle kleuren en materialen op de tekentafel. Wanneer zij een andere leerling vraagt het grijze potlood aan te geven, maar zelfs naar herhaaldelijk verzoek slechts willekeurige andere materialen aangereikt krijgt, kan zij bijvoorbeeld uit haar slof schieten. Ze wordt gewoon voor de gek gehouden door de ander, wat flauw! Of ze trekt hieruit de conclusie dat samenwerken niet werkt en ze voortaan anderen amper in haar spel betrekt. Wat deze kleuter zich niet realiseert is dat degene die zij om het potlood vraagt de kleuren en materialen nog niet kent en naar eer en geweten wil helpen (deze kleuter zou baat hebben mijn blog over het gevaar jezelf als norm te zien te lezen). Een scherpe kleuterjuf herkent dit en weet beide kleuters hierin te begeleiden. Helaas wordt op veel te veel plekken op zo’n moment geconcludeerd dat de hoogbegaafde kleuter zich jong gedraagt, want juist het tegenovergestelde is waar. Bij oudere leerlingen had ze gewoon het grijze potlood aangereikt gekregen en was er niks geweest dat haar in de war had gebracht. Dat is dan ook waar deze kleuter op haar plek zou zijn: bij ontwikkelingsgelijken.
Sociale ontwikkeling als factor
Hoogbegaafden zijn onderling net zo verschillend als alle andere kinderen, dus het is niet zo dat een hoogbegaafde automatisch goed kan opschieten met elke andere hoogbegaafde. Ontwikkelingsgelijke is dus niet hetzelfde als vriend(in). Ieder kind heeft behoefte aan vriendschappen. Naar deze behoefte moet ook gekeken worden wanneer je overweegt een leerling te laten versnellen. Wanneer de leerling door versnelling in een groep terechtkomt waar hij of zij erg ongelukkig wordt vanwege onvoldoende aansluiting, kun je je afvragen of je de leerling hiermee helpt. Want dan wordt wel tegemoetgekomen aan de cognitieve ontwikkelingsbehoefte, maar niet aan de sociale ontwikkelingsbehoefte. Het gebrek aan het laatste kan vervolgens het eerst ondermijnen en dan ben je met een beetje pech terug bij af. Als het kind echter geen last heeft van het gebrek aan aansluiting, bijvoorbeeld omdat het niet wordt buitengesloten en het goede vriendschappen elders heeft, hoeft het geen bezwaar te zijn. Of als het nog maar om een enkel schooljaar gaat en het gebrek aan aansluiting opweegt tegen het vooruitzicht bijna naar het VO te gaan. Daarnaast hebben vriendschappen vaak enige tijd nodig om te groeien, zeker als je nieuw bent in een groep.
Al met al zal het gewicht dat aan de factor vriendschap en aansluiting bij de groep gehangen moet worden van situatie tot situatie verschillen.
Hiaten in de lesstof
Een ander interessant onderwerp bij versnellen is de angst voor het oplopen van hiaten. Terecht natuurlijk, het mag niet zo zijn dat een leerling door het versnellen allerlei belangrijke bouwstenen bij bijvoorbeeld taal en rekenen mist. Wanneer een school echter goed in beeld heeft welke bouwstenen in welk jaar worden behandeld, kan hier relatief gemakkelijk een programma van worden gemaakt. Dit zal de leerling ook veel rust geven: de kleine perfectionisten kunnen erg bezorgd zijn over het missen van relevante stof.
Maar daarnaast ter relativering: vrijwel elke leerling verlaat elke groep van de basisschool met hiaten. We laten leerlingen tenslotte overgaan wanneer ze de stof voldoende beheersen, niet wanneer ze alles door-en-door kennen en dat laten zien. Gek genoeg wordt van hoogbegaafde leerlingen wel vaak verwacht dat ze tegen een 100%-score aanzitten voordat ze verder mogen gaan.
Belemmeringen?
Zijn er dan verder helemaal geen belemmeringen voor versnellen? Absoluut wel, maar die zitten naar mijn ervaring met name bij de goede begeleiding van de leerkrachten en de ouders. Ouders die bereid zijn te helpen, die meedenken, meekijken. Leerkrachten die de leerling ondersteunen: de leerling zelf in het eigen proces, maar ook de andere leerlingen, zodat het versnellen geaccepteerd wordt in de school. Hoogbegaafden zijn erg gevoelig en voelen feilloos aan of ze gesteund worden of niet en het succes van versnellen kan hiervan afhangen.
Dit is overigens niet anders bij kinderen die om andere redenen, zoals dyslexie, bepaalde aanpassingen krijgen. Medeleerlingen zijn als gezonde kinderen nieuwsgierig, stellen vragen en een goede leerkracht weet dit alles in goede banen te leiden. Hierdoor creëert zo’n goede leerkracht een veilig leerklimaat voor iedereen om te ontwikkelen naar eigen behoefte, versneld of niet!
Contact
Speelt al dan niet versnellen een rol in jouw leven en zou je hierover met me van gedachten willen wisselen? Of hierin als school stappen willen zetten? Neem dan gerust contact met me op, ik denk graag mee!