Blog

Het gevaar van jezelf als norm zien

Lange tijd heb ik gedacht dat iedereen kon wat ik kon en meekreeg wat ik meekreeg. Daarop baseerde ik mijn logica, die ik veronderstelde als normaal. De een deed gewoon wat meer zijn best dan de ander, of vond iets gewoon interessanter, dat zorgde voor verschillen tussen mensen. Pas na lange tijd realiseerde ik me dat dat dit uitgangspunt mezelf als norm te zien heel begrijpelijk, maar absoluut niet realistisch was.

Jezelf als norm zien is heel logisch: je beleeft alleen je eigen positie. Jouw referentiekader, opgebouwd uit alles wat je ooit gezien, geleerd of ervaren hebt, vormt jouw perspectief. Dit perspectief helpt je de wereld waarin je je begeeft te duiden en adequaat op te treden wanneer nodig. Je probeert daar bovenop jezelf in een ander te verplaatsen wanneer de situatie daarom vraagt. Op die manier vergroot je bewust je perspectief, je gaat ermee rekening houden dat iemand anders gedrag misschien wel voortkomt uit zijn of haar ervaringen. De ander als product van diens eigen geschiedenis.

Wanneer je een gemiddeld aantal hersenverbindingen hebt en je je ook nog eens begeeft in een omgeving waar dat normaal is, kom je hier een heel eind mee. Natuurlijk sla je de plank wel eens mis, maar aangezien iedereen dat wel eens heeft, is ook dat weer gewoon binnen de norm. Zowel binnen die van jezelf als die van je omgeving.

Maar wat nou als je een buitengewoon aantal hersenverbindingen hebt, je hoogbegaafd bent, en heel veel zaken met elkaar kunt verbinden, maar je omgeving niet? Of je omgeving is weliswaar ook hoogbegaafd, maar heeft zich vroeger zelf steeds moeten aanpassen met een verstikkende hoeveelheid coping mechanismen als gevolg. Voor jou betekent dit dat je met een groothoeklens de wereld bekijkt en denkt dat dit de norm is. Anders gezegd: je zit bovenin de boom en hebt een verstrekkend uitzicht. Je gaat er ten onterechte vanuit dat iedereen zo hoog in de boom zit en ditzelfde uitzicht heeft. Dit leidt nogal eens tot (grote) verwarring en frustratie.

Bijvoorbeeld wanneer je voor jou overduidelijke zaken in een verslag weglaat, maar je daardoor te horen krijgt dat je een heleboel bent vergeten, of erger: je leidinggevende of docent geïrriteerd is omdat jij je er zo makkelijk vanaf wilt maken. Terwijl jij ervan uitging dat deze informatie als algemeen bekend mocht worden verondersteld en verder wilde gaan op het punt ‘waar we allemaal al waren’. In deze situaties kun je een paar conclusies trekken:
1. Wat ben ik dom, ik snap de simpelste zaken nog niet eens. Ik ben gek.
2. Wat zijn ze dom, ik moet ze echt alles voorkauwen. De wereld is gek.
3. Schijnbaar overzie ik meer dan een ander, aan mij de uitdaging uit te vinden wat wel en wat niet te benoemen. Ik ben blijkbaar anders…

De derde optie is de optie met de grootste kans op levensgeluk. Het besef dat je anders bent is terecht. Het accepteren dat er simpelweg een verschil is in reikwijdte van gezichtsveld van verschillende mensen doet het meeste recht aan alle betrokkenen. De ander die niet zover kan kijken heeft vanuit zijn of haar perspectief net zoveel gelijk als jij die verder kan kijken vanuit jouw perspectief. Beide partijen verdienen respect en begeleiding om verder te komen.

Helaas ben ik vaak schoolsituaties tegengekomen waar de verkijker de leerling is en de docent met minder vergaand zicht zich niet realiseert wat er aan de hand is. Vaak geheel te goeder trouw, tenslotte ziet hij of zij niet wat het kind wél ziet, veroorzaakt de docent gemakkelijk de hierboven genoemde conclusie 1 en 2.

Begeleiden is wederom dé oplossing. Liefst zo jong mogelijk, maar  voor elke leeftijd geldt dat het nooit te laat is om conclusie 3 te leren!

maat jezelf als norm