De gewone hoogbegaafde
De aandacht voor hoogbegaafdheid neemt al een tijdje toe. Een fijne ontwikkeling, maar het valt me op dat er zo vaak te extreem over wordt gedacht. Een hoogbegaafd iemand zou een hedendaags genie of een verstrooide professor moeten zijn (of allebei?). Maar de grote genieën uit de geschiedenis hadden IQ’s van zo’n 160 en meer, en dat is een extreem hoge score.
Wanneer hoogbegaafd?
Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat je vanaf 130 hoogbegaafd bent (ongeveer 2 à 3 % van de bevolking). Andere houden een IQ van 140 als grens aan (ongeveer 1% van de bevolking). Of verbinden er meer voorwaarden aan, zoals analytische, creatieve en praktische begaafdheden of het vermogen nieuwe ideeën te produceren en gemotiveerd te zijn.
Eerlijkheidshalve vind ik een interview afnemen rondom de thema’s rechtvaardigheid, (hyper)gevoeligheid, kritisch denken en perfectionisme het duidelijkste antwoord geven op de vraag of je met een hoogbegaafde te maken hebt. Maar om het begrijpelijke en overzichtelijk te houden voor de grootste groep mensen, lijkt het zinvol de 130-grens aan te houden.
Als het mis gaat
Het is ondertussen algemeen bekend dat hoogbegaafden het niet altijd goed doen op school. Ze kunnen onderpresteren, omdat ze op willen gaan in de groep der gemiddeld begaafden of negatieve aandacht krijgen van vriendjes, school of familie. Of ze vervelen zich en worden vervolgens daadwerkelijk erg vervelend. Of hun gevoeligheid zorgt ervoor dat ze helemaal niet aan leren toekomen, omdat al hun energie uitgaat naar het zich emotioneel handhaven. Er zijn genoeg verhalen te vinden waarin dergelijke situaties uit de hand lopen, kinderen thuis komen te zitten of van school naar school worden gestuurd. Erg verdrietig en zij verdienen aandacht en zorg.
Als het ogenschijnlijk goed gaat
Maar er is ook een grote groep die niet opvallen, ogenschijnlijk gewoon (slimme) kinderen. Ik ken een meisje dat expres fouten maakte in toetsen, zodat ze niet altijd tienen haalde, maar -beter geaccepteerde- achten. Niemand keek hiervan op, het meisje kreeg een compliment voor haar acht en behaalde naar verloop van tijd gewoon haar diploma. Maar wat voor les haalt zij hieruit? Of de jongen die op de gang moest zitten knutselen -wat hij verfoeide- wanneer hij zijn rekenwerk af had, altijd veel sneller dan de rest. Welke oorzaak-gevolg is hieruit te filteren? Doe je best en je wordt gestraft? Veel hoogbegaafden hebben lange tijd geen leerstrategieën nodig om bijvoorbeeld rekenen en wiskunde goed te doen, ze zien gewoon het antwoord. Maar op een gegeven moment bereiken ook zij hun plafond. Dit gebeurt echter pas op zo’n late leeftijd dat veel docenten er niet meer bij stilstaan dat deze kinderen nooit hebben leren leren en slechts hebben laten zien wat ze al begrepen. De hoogbegaafden zelf nemen vaak ten onrechte aan dat zij hun plafond hebben bereikt, terwijl ze eigenlijk pas beginnen. Dit alles staat het behalen van een MBO- of HBO-diploma niet in de weg, dus de hoogbegaafde blijft binnen de maatschappelijke marge. Maar wat betekent dit voor het zelfvertrouwen van zo iemand? En het potentieel?
Aandacht voor de aangepaste hoogbegaafde
Ik ben van mening dat er veel meer oog moet komen voor de hoogbegaafden die binnen de marges van het schoolsysteem blijven. Zij die zich aanpassen aan een -in mijn ogen verouderd schoolsysteem. Zij die leren dat aanpassen en juist niet te goed je best doen winnende strategieën zijn. Zij worden succesvol in de wereld door de lessen uit hun kindertijd te overwinnen, niet dankzij deze lessen. Dat vind ik zo ontzettend zonde! Wat een absurde maatschappij die hun kinderen zo behandelt, ook al is het veelal met de beste bedoelingen. En wat een absurde maatschappij die zoveel talent onbenut laat.
Hoe valt deze grote groep beter te bedienen? Met uitgebreidere coaching, door mentoren op school of (gespecialiseerde) coaches. Hierdoor kunnen deze kinderen hun zelfvertrouwen behouden en versterken door te leren dat zij anders dan de grootste groep zijn, hun gedrag daaraan regelmatig moeten aanpassen, maar niet zichzelf!
Iedereen laten profiteren
Maar ook grootschaliger is er een goede optie. In gesprekken over hoogbegaafdheid haal ik vaak het onderzoek aan waarin twee qua intelligentie gelijke groepen werden gepresenteerd als verschillende: een groep gemiddeld begaafd en de ander hoogbegaafd. Zij kregen les van hun docenten, die dus in de veronderstelling waren dat ze met groepen met verschillende intelligentieniveaus aan het werk waren. De lessenserie werd afgesloten met dezelfde toets voor beide groepen. De ‘hoogbegaafdengroep’ scoorde aanzienlijk hoger dan de groep met zogenaamd gemiddeld begaafden. Met als enige duidelijke variabele de verwachtingen en het gedrag van de docenten ten opzichte van de leerlingen. Dit effect van de eigen verwachtingen staat ook wel bekend als het Pygmalion-effect, naar een Cypriotische prins uit de Griekse mythologie.
Het onderzoek lijkt hiermee een prachtige succesvolle aanpak te presenteren. Instrueer alle docenten dat ze alleen maar hoogbegaafden gaan lesgeven. Dat zij er vanuit gaan dat elk kind in staat is tot veel, dat zij geen enkel kind nutteloze herhalingen laten te doen (hier staat dus niet dat herhalingen nutteloos zijn, ik heb het over de nutteloze herhalingen) en kinderen lekker op hun eigen niveau bezig blijven. Iets wat in ons digitale tijdperk gemakkelijk moet kunnen en op bepaalde plaatsen al gebeurt. En waar ook de gemiddeld begaafde baat bij heeft, zo blijkt wel uit het onderzoek dat ik aanhaalde.
Wat deze aanpak oplevert? Een gemotiveerde, geïnteresseerde en mateloos getalenteerde generatie waar wij op onze oude dag niet alleen trots op kunnen zijn, maar ook nog eens de vruchten van kunnen plukken. Want aan zulke mensen laat ik de toekomst van onze wereld graag over!
Heb je te maken met (gewone) hoogbegaafden en wil je met mij van gedachten wisselen over een goede aanpak van deze kinderen? Neem gerust contact met me op!